Onderstaand een van de nieuwe hoofdstukken uit de binnenkort te verschijnen nieuwe editie van mijn boek Vahstal versus Amersfoort.
Hoofdstuk 18: Binnen zes weken
De tekst van de overeenkomst uit 2005 is kristalhelder over geschillen die op zouden kunnen treden tijdens de uitvoering. Er zal geen rechter aan te pas komen, staat genoteerd in de deal tussen Vahstal en de toenmalige wethouder De Wilde. Wie dat wil, kan op elk moment het sein geven tot een vorm van arbitrage zonder dat de ander dit kan dwarsbomen. Als het zover komt, vaardigen de gemeente en Vahstal allebei een expert af, waarna die twee samen een derde deskundige aanwijzen. Dat moet een meester in de rechten zijn en iemand die geacht wordt ‘deskundig te zijn ter zake van de onderwerpen die geschil zijn tussen partijen’. Samen zullen zij een ‘bindend advies’ geven waar beide partijen zich aan hebben te houden.
Het wordt nog mooier in artikel 9.3: ‘De bindend adviseurs zullen binnen zes weken na hun benoeming naar redelijkheid en billijkheid hun advies uitbrengen en terzake van de kostenverdeling in het advies bepalen wie de kosten van de procedure zal dienen te dragen. Het college van adviseurs bepaalt zelf de procesorde.’
Binnen zes weken. Met deze afspraken staat vast dat de arbitrage snel zal verlopen, zonder tijdrovende procedures bij de rechtbank. Althans, zo lijkt het als de arbiters zijn benoemd nadat Vahstal op 1 oktober 2015 de procedure in werking heeft gezet. Hij kiest voor expertise uit de bouwsector in de persoon van Jos van Oostrum, die zijn sporen heeft verdiend bij Ballast Nedam. Namens de gemeente treedt C.N.J. Kortmann toe, advocaat-partner bij het gerenommeerde kantoor Stibbe en specialist bouwrecht. Als voorzitter kiezen zij Klaas Mollema, voorzitter van de Raad van Arbitrage in Nederland en op dat moment net gepensioneerd als vicepresident van het gerechtshof in Leeuwarden.
Kan dit drietal binnen zes weken een strijd beslechten die dan al bijna dertig jaar gaande is? De vraag stellen, is hem beantwoorden. Zes weken staat standaard in zulke contracten maar de tijd is te kort. De telling begint bij het indienen van de schriftelijke toelichting op Vahstals eisen, 21 december 2015. De gemeente heeft de eerste volle zes weken nodig voordat op 1 februari 2016 het verweer er ligt. Dan mag Vahstal daarop ingaan en wordt het 9 maart 2016, iets meer dan vijf weken later. Als de arbiters alle betrokkenen horen voor een mondelinge toelichting op 20 april 2016, zijn er al zeventien weken verstreken na ontvangst van de eerste processtukken.
Een maand later verschijnt de eerste druk van dit boek Vahstal versus Amersfoort, want de uitgever en de auteur vinden het moment aangebroken om de kroniek van dertig jaar strijd uit te brengen. De afloop, denken we op dat moment, zal niet zo lang meer duren. Die arbitrage moet een duidelijke uitslag opleveren en dan heeft het boek actuele waarde als verklaring van het slepende geschil.
Mensen kunnen zich vergissen, blijkt al snel. Vahstal en Buijtelaar geven amicaal acte de présence bij de boekpresentatie in KAdE Café op 11 mei 2016 en voor de camera’s van Amersfoort Gezien spelen ze elkaar vrolijk de bal toe, inclusief een dansje onder het motto ‘it takes two to tango’. De bijeenkomst oogt als een feestelijke parade van oud-wethouders, voormalige bemiddelaars en ex-ambtenaren waarbij velen hopen dat er nu een snelle oplossing in het dossier-Vahstal volgt. Zowel de ondernemer als de wethouder signeert op verzoek boeken, zodat sommige bezoekers er drie handtekeningen in veroveren. Opvallende afwezigen: het merendeel van de zittende gemeenteraad en twee oud-wethouders die in de bindend adviesprocedure als getuige zullen optreden: Roel Boer en Jan de Wilde.
Los van dit luchtige intermezzo trekken Vahstal en de gemeente op een ander front samen op. In Vathorst ligt de kavel Bergpas waar de ondernemer een hotel en horeca wil vestigen. Eerst dacht hij ook aan een casino, maar daar kwam een politiek veto op. Een winkel dan maar? Sportgigant Decathlon is voor Amersfoort en Vahstal een prima kandidaat. Maar helaas: het gemeentelijk enthousiasme is niet omgezet in een aangepast bestemmingsplan en eind 2016 maakt de provincie Utrecht dat onmogelijk. Nieuwe winkelgebieden zijn voortaan taboe, ter bescherming van bestaande detailhandel die het overal moeilijk heeft. Een Decathlon in Vathorst zal andere sportzaken zakelijk overvleugelen, met leegstand tot gevolg, verwacht het provinciebestuur. In de nasleep wijst Vahstal erop dat alweer een van zijn plannen is gesneuveld door het handelen van de overheid: de gemeente had de procedures sneller moeten afwikkelen.
Bergpas valt buiten de langlopende afspraken met Vahstal en is dus geen onderdeel van de arbitrage, in officiële bewoordingen de bindend adviesprocedure. Dat is een vrijere vorm dan de formele arbitrage binnen de bouwsector, en de keus voor bindend advies zal nog lang gevolgen hebben. Bij de procedure zelf past neutraliteit en het zou dus voor de hand liggen om ergens een zaaltje te huren, misschien zelfs buiten de stad. Zo niet bij de zittingen voor Vahstal versus Amersfoort: de arbiters ontvangen de strijdende partijen in het stadhuis. Niet in de grote raadzaal met publieke tribune, niet op het pluche van de beslotenheid van de collegekamer, maar in een van de gewone vergaderzalen zonder bijzonder karakter, een machinekamer van Nederlandse besluitvorming zoals er duizenden te vinden zijn in steden en dorpen. Misschien hangt er iets aan de muur, maar de kern van deze ruimtes is hun functionaliteit: tafels, stoelen, gelegenheid om iets te projecteren, koffie, thee, water en koekjes.
In de arbitrageprocedure legt Amersfoort een lijst op tafel van 391 aangeboden kavels, grotendeels in Vathorst. Dat zijn er opmerkelijk veel, gezien de stelling van de gemeente dat maximaal 250 voldoende was geweest, maar blijkbaar kiest het college het zekere voor het onzekere. Met 391 kavels zit het stadsbestuur ook goed als de scheidsrechters de ondernemer volgen in zijn stelling dat hij er 375 had moeten krijgen. Opvallend aan de gemeentelijke lijst is dat enkele projecten nog van voor 2005 dateren, toen de twistende partijen afspraken om van voren af aan te gaan tellen.
Uiteraard betwist Vahstal deze lijst: volgens hem voldeden er geen 391, geen 250, maar slechts 55 aangeboden woningen aan de afspraken: 35 in Vathorst, 20 in Hoogland. Die twee projecten zijn op het punt van uitvoering na uitvoerige discussies over de grondprijs en de stedenbouwkundige opzet. Het feitelijke begin van de bouw voorziet hij in 2017, negentien jaar na de overeenkomst met wethouder Boer.
Zijn eis is in de kern eenvoudig: de arbiters moeten vaststellen dat de gemeente ‘toerekenbaar tekort is geschoten en schadeplichtig is geworden ten opzichte van Vahstal en aansprakelijk is voor de schade die Vahstal als gevolg van het wanpresteren heeft geleden, waarbij de omvang van de schade nader zal worden bepaald in de te starten schadestaatprocedure.’
De ondernemer wil ook een beslissing over het resultaat van de gesprekken met wethouder Boer uit 2001, de overeenkomst waarop champagne is gedronken, maar die vervolgens na het afscheid van de CDA’er uit de politiek niet werd ondertekend door het college van b en w. Ook dat afhaken ziet Vahstal als onbehoorlijk bestuur waar de arbitrage hem alsnog gelijk dient te geven, want dan heeft hij recht op grond voor woningen in de luxe vrije sector. En er moet een uitspraak komen over de vraag of er in 1998 nu een afspraak is gemaakt over 250 of 375 woningen. Als hij op al die punten gelijk krijgt, kan dat de gemeente om te beginnen 37,5 miljoen euro kosten, de winst die een ontwikkelaar had kunnen maken op 375 woningen in de luxe vrije sector. Die huizen zal Vahstal niet meer bouwen nu deze procedure loopt. De claim kan ook hoger uitvallen, als de schade aan de ontwikkelaar ook moet worden vergoed. En dan zijn er natuurlijk de variabelen van de rente en de marktontwikkelingen.
Misgelopen werk? Hooguit afgewezen werk, is de stelling van het college van burgemeester en wethouders. Als Vahstal die 391 kavels had geaccepteerd, had hij meer dan voldoende genoegdoening gekregen voor ongenoegen uit het verleden. Dat het leeuwendeel van de projecten niet verder is gekomen dan een aanbiedingsbrief, ziet de gemeente als eigen schuld van de ontwikkelaar. Elke keer dat Vahstal nee heeft gezegd, heeft Amersfoort voldaan aan de plicht iets aan te bieden. Dat de bouwer/ontwikkelaar er vervolgens niets mee doet, valt de overheid niet te verwijten.
De drie arbiters krijgen er een flinke kluif aan. Zowel de gemeente als Vahstals advocaat De Bruin leggen lijvige dossiers met een reeks bijlagen over, honderden pagina’s dik. Getuigen draven op om hun herinneringen te delen, niet alleen de oud-wethouders Boer en De Wilde maar ook notaris/bemiddelaar Herman Beens, voormalige hoofd grondzaken Arnoud Ashouwer, Vathorst-directeur Frans van der Horst en Eduard van Zelm, een van de raadslieden die Vahstal jarenlang heeft bijgestaan.
In plaats van zes weken zal de procedure ruim 5 jaar duren en dan nog is het einde niet in zicht. Hoe hoog de vergoeding voor het misgelopen werk precies wordt, valt namelijk buiten deze fase van de arbitrage. Om tijdig tot een uitspraak over de kern te komen, is dit type procedures in gedeelten opgeknipt. Pas als de ‘schuld’ bewezen is, volgt de toewijzing van de ‘straf’. Dat kan door dezelfde arbiters gebeuren, maar het hoeft niet. De overeenkomst zegt erover: ‘Het college van bindend adviseurs bepaalt desgevraagd ook de omvang van de schadeloosstelling.’
Nieuwsbrief Vahstal versus Amersfoort
Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen in de zaak Vahstal versus Amersfoort? Vul het formulier in om je in te schrijven voor mijn nieuwsbrief Vahstal versus Amersfoort. Die verschijnt als er aanleiding is.